header verhalen

 


 

Overzicht verhalen

01- De grafvondst van mijn stamvader Kan Keng Tiong en het fenomeen van Mandarijnen in Nederlands Indië

02- Het massagraf

03- Djakarta, Jalan Teuku Umar 15, het laatste huis van H.H. Kan

04- Het nummer op de gele Universitas Indonesia jacket

05- Het Amateur Orkest van Djakarta

06- Algemeen Vernietigings Corps

07- De Chinese Heren van de Thee

08- De voorouderaltaren van de Kan-Han-Tan clan

09- De Doodskist van overgrootmoeder Thung Leng Nio als voorbeeld van een Traditionele Chinese Kist

10- Tan Goan Piauw en Thung Leng Nio

11- Villa Mei Ling, te Bandoeng, een historisch gebouw voor Nederlands Indië

12a- Tan Tjoen Lee en Han Tek Nio
12b- Tan Tjoen Lee
12c- Han Tek Nio

13- Kan Keng Tjong en Jo Heng Nio

14a- Desiree Tan (Hoei Nio)
14b. Corr.TTL aan Dé van 31-3-1933 tot 14-8-1934

15- Bommeltje

16- H.L.L.Kan en de Opium- en Zoutregie in Nederlands Indië

17- Muziek in mijn familie

18- Gedong Dalam - een Paladio Villa in Nederlands Indië

19- De Dood van Ferry Tan en de mislukte doofpotaffaire van s.s. Insulinde

20- De verdwenen Compagnie Seepers van de Stadswacht van Batavia

21- Han Oen Lee en Kan Oe Nio

22- Ganti Nama, de verplichte naamsverandering van Chinese Indonesiers en andere racistische regels in Indonesie

23- Begrafenissen en graven bij de familie Kan-Han-Tan

24- Tan Tjoen Liang de eerste Nederlands Indische Chinese Ingenieur  aan de TH Delft.

25- Ziel tabletten of Altaar tabletten van de Familie

26- Planten en onze familie

27- Het Emigratieverhaal van Sioe Yao Kan

28- Ermeling

 

 

 

20.De verdwenen Compagnie Seepers van de Stadswacht van Batavia

pdf knop

Introductie

Op zondagochtend 7 december 1941 valt de Japanse Keizerlijke Marine onder leiding van admiraal Isoroku Yamamoto de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor in Hawaï aan.

Op 8 december 1941 ’s morgens om half zeven maakt gouverneur-generaal van Starkenborgh in een korte toespraak bekend dat Nederland Japan de oorlog heeft verklaard.

Al eerder, op 10 mei 1940, was de staat van beleg afgekondigd om het bestuur in staat te stellen de nodige maatregelen te treffen, buiten de grondwet om. Het moederland Nederland was bezet door Duitsland.

In de landelijke kranten verschijnen in januari 1941 oproepen om deel te nemen aan de Stadswacht naast de algemene mobilisatie.

stadswacht    
     
oproep   oproep

Van de Stadswacht zijn niet veel emblemen over gebleven.
Enige daarvan zijn een vaandel en een Stadswacht Button ofwel Insigne.

hemd   insignia
   
badge  
     
rapport stadswacht batavia  

Overzicht van de opbouw van de Stadswacht van Batavia.
De Stadswacht van Batavia bestond uit 6 compagnieën met een gezamenlijke sterkte van ca. 1350 man. Het commando had Luitenant Kolonel B.H. Gronewold.
Toen de Japanse strijdkrachten op het punt stonden Java te overvallen werd in Batavia de Stadswacht ingeschakeld bij de vernielingsploegen in havens en vliegvelden in de buurt.
Na Japanse bombardementen op Batavia rukte de vijand naar de stad op.
Onverwacht kreeg de Stadswacht bevel om zich terug te trekken op hun Hoofdkwartier aan het Koningsplein. Een bittere pil voor de Stadswachters.

Batavia werd op 5 maart 1942 als open stad verklaard, dat inhield dat alle hoge functionarissen Batavia verlieten en de stadswacht zich moest overgeven aan de Japanners die zonder één schot te lossen Batavia veroverden.

Een overzicht van de rapporten over de periode 1- 8 maart 1942 waarin de gevoelens van de Stadwachters worden verwoord.

rapport
 
rapport
     
rapport

Er zijn terugrapportages van de leden van de Stadswacht te Batavia:
M. Davidson, K. Hoonstra, C.J. Jasky, ir. J.A. Schepers en H. Schmidt over de verrichtingen van de Stadswacht in februari-maart 1942 en gedurende de internering van Europeanen in 1942-1945. Dus rapportages van 5 van de 6 compagnieën.
Het rapport van de compagnie Seepers ontbreekt.

Later blijkt dat op 15 september 1944 een groot aantal Stadswachters zijn omgekomen toen het schip de Juno Maru waarmee ze werden vervoerd, door de Britse onderzeeboot HMS Tradewind werd getorpedeerd, 15 km ten westen van Bungkulu.
Specifiek over de compagnie Seepers hoorde ik toen ik met mijn ouders op bezoek was bij de familie Seepers. Namelijk dat het gros van de manschappen van zijn compagnie in rotan varkensmandjes overboord in zee zouden zijn gegooid als een soort strafmaatregel. Details over het hoe en waarom zijn mij niet bekend.

Mijn vader Hay Liang Louis Kan en de Stadswacht van Batavia

aanmelding  

Louis Kan heeft zich in 1940 vrijwillig aangemeld bij de Stadswacht Batavia. Hij was hiertoe niet verplicht door dienstplicht bepalingen. Waarschijnlijk heeft hij zich opgegeven omdat zijn chef en vriend bij de Opium- en Zoutregie de heer Seepers commandant werd van de 3e Compagnie van de Stadswacht.

Eerder was hij op 31-5-1927 ingelijfd in de stand van militie-soldaat en heeft hij van 5-12-1933 tot 3-9-1934 dienst gedaan bij de afdeling Wielrijders te Batavia als militie-soldaat resp.- sergeant, Stamboek no. 104406. Hij werd later als dienstplichtige ontslagen omdat hij wel Nederlands onderdaan, maar geen Nederlander was.

soldaten

Hij is Stadswacht-sergeant ook weer onder Stamboek no. 104406 van november 1940 tot de capitulatie in maart 1942, als hij met zijn hele (3e) compagnie in “Hotel des Indes” gevangen wordt gezet in het Politiecommissariaat op het Koningsplein.
Zijn commandant bij de 3e compagnie van de Stadswacht is reserve 1e luitenant E.G. Seepers, die voorheen zijn baas was als het Onderhoofd van de Dienst Opium- en Zoutregie.
Zij moeten zich bij het “Open stellen van Batavia” melden bij het Japanse leger.
Seepers, had hem nog toegezegd dat hij zijn (Louis’) vermelding bij de Stadswacht zou verdonkeremanen.
Dat heeft resultaat gehad, immers toen Louis Kan zich meldde bij de Japanse wacht nota bene in zijn soldatenuniform, kon die hem nergens in de lijsten vinden en heeft die hem als foutje in de administratie weer naar huis gestuurd. Om over straat te kunnen gaan moest hij zijn uniform uittrekken. En zo kwam hij thuis in een soort badjas in een betjah .
Daarna heeft Louis Kan min of meer thuis ondergedoken gezeten.

Ook na de oorlog heeft dit feit effect gehad: men heeft hem nooit zijn soldij willen uitkeren omdat hij nergens meer geregistreerd stond!

claim soldij   antwoord claim

Toen mijn vader in 1972 weer in Nederland kwam en zijn pensioen opeiste van de periode dat hij ambtenaar was van Nederlands Indië kon men zijn gegevens ook weer niet vinden. Zijn gegevens bleken totaal verdwenen te zijn. Het is een raadsel hoe de heer Seepers zo grondig zijn gegevens heeft kunnen wegvagen onder de neus van Japanse bezetter.

Nabeschouwing

Het is vreemd om te bedenken dat je bestaat door een administratief foutje. Als mijn vader niet naar huis was gestuurd omdat hij niet op de lijst voor kwam, dan was hij met enige zekerheid omgekomen en waren mijn zus en ik nooit geboren.
Bij het uitruimen van het ouderlijk huis vond ik nog een brief van medeleven, voor het overlijden van mijn vader, van de dochter van de heer Seepers. Daarin vermeldt ze haar dankbaarheid voor de hulp die haar moeder kreeg van mijn vader tijdens de Japanse bezetting. Helaas toen ik de brief onder ogen kreeg was die dochter reeds overleden, zodat ik haar niet meer heb kunnen vragen wat die hulp zoal had behelsd. Ook of haar moeder een buitenkamper was?
Er zijn nog een aantal open vragen rond de verdwenen Compagnie van Seepers:

  • Heeft de heer Seepers nog meer manschappen met een verdwijntruck gered?
  • Waren er nog andere overlevenden van de Compagnie Seepers?

Bronnen:

Stadswacht rapporten; NIOD

S.Y. Kan
Berkel, februari 2018

     

Nagekomen Informatie

Naar aanleiding van dit verhaal kreeg ik een mail van de kleindochter van de heer Seepers.
Ze schreef: “dat alleen haar grootvader, de heer Seepers, in een Jappenkamp terechtkwam en niet zijn vrouw en dochters. Dit kwam doordat Chinese juristen (mijn vader Louis Kan en mijn moeder Desiree Tan) hem hadden ontraden zijn vrouw en kinderen aan te melden "voor bescherming" zoals de Japanners het noemden. In plaats daarvan hebben ze gezorgd dat er voor haar oma en dochters een "Kind van het land-verklaring" geregeld werd. Dat dit kon, was waarschijnlijk doordat oma en haar kinderen donkerder van uiterlijk waren dan men van Nederlanders gewend was: de vader van mijn oma was een Hongaarse jood. (Ignacz Bäck) en ze waren in Nederlandsch Indië geboren en hadden geen lichtgekleurd haar en blauwe ogen, zoals mijn opa. Dus haar grootmoeder en dochters waren buitenkampers.” Andere mogelijke hulp van mijn ouders bestond uit praktische hulp omdat mevrouw Seepers en dochters als buitenkampers geen inkomen hadden.
     
Laatste update oktober 2019

back to top